Margriet logo
null Beeld Marloes Bosch. Styling: Esther Loonstijn. Visagie: Astrid Timmer
Beeld Marloes Bosch. Styling: Esther Loonstijn. Visagie: Astrid Timmer

PREMIUM

Karina Schaapman: ‘Ik heb een zwaar leven gehad, maar de basis is heel goed’

Nadat ze met een nekhernia en burn-out thuis kwam te zitten, begon politicus, kunstenaar en auteur Karina Schaapman (62) aan het project dat al heel lang in haar hoofd zat: Het Muizenhuis. “Ik wilde een wereld creëren waarin niemand wordt buitengesloten.”

In haar atelier staat het drie meter hoge Muizenhuis. Een gigantisch bouwwerk gemaakt van karton, papier-maché, hout en spullen die ze op straat of markten vindt. Het huis bestaat uit kleine kamertjes, huisjes, gangen en werkplaatsen, waarin ze tot in de allerkleinste details een miniatuurwereld heeft gemaakt. Drie jaar werkte ze aan dit huis, dat het decor werd voor haar eerste boek. Voor alle andere boeken, zeventien in totaal, maakte ze nieuwe decors die hoog opgestapeld staan in en op de kast tegen de muur. Haar eerste priegelwerkje was een quilt, een doorgestikte deken van tien bij tien centimeter. In 2008 zat ze na een nekhernia-operatie thuis en kon ze geen grote beelden meer maken, maar iets kleins lukte wel. Het was het begin van Het Muizenhuis, een serie kinderboeken en miniatuurdecors die een veilige, warme, en liefdevolle wereld voor kinderen zijn.

Zij bedenkt het verhaal en bouwt daarna het decor dat voor het boek wordt gefotografeerd. De kamer van de voddenboer is haar favoriete ruimte in het huis. Links oude gestapelde lapjes stof, rechts stapels kranten. In het midden een tafeltje en stoel met een lamp erboven. Piepklein allemaal, het past bij wijze van spreken in je hand. “Het is een replica van het huis van de Joodse voddenboer bij wie mijn man Eli (kunstenaar Eli Content, red.) als kind vaak was. Hij speelde boven op de stapel stoffen, vond er boeken en prenten en daar is zijn liefde voor kunst begonnen. De voddenman heeft voor ons beiden een belangrijke rol gespeeld in ons leven, ook al schelen we zeventien jaar. Toen ik klein was, was er in de buurtspeeltuin een man die oud papier verzamelde. Wij hadden thuis geen geld, van hem kreeg ik Donald Ducks om te lezen.

Over die voddenboer hebben mensen zich overigens druk gemaakt, of kinderen wel snappen wat dat is. Maar dat hoeft helemaal niet. Kinderen zien wel wat het is of volwassenen leggen het uit.” Een paar muizendeurtjes verder heeft ze de flat in Leiden nagebouwd, waar ze met haar moeder woonde. Het keukentje waar Indisch werd gekookt – haar moeder kwam uit Indonesië – de kamer met het bed waarin ze samen sliepen, het rekje voor de kachel waar de batikdoeken te drogen hingen.

null Beeld

Het huisje heeft ook een gebroken keukenraam. Waarom wilde je dat in het huis hebben?

“Als een herinnering aan de discriminatie die mijn moeder en ik hebben meegemaakt. Dat wordt verder niet benoemd in mijn boeken, maar ik heb wel dingen die ik heb meegemaakt en belangrijk voor mij zijn verwerkt in Het Muizenhuis. Mijn moeder was een buitenlandse, alleenstaande vrouw. Mijn vader was na mijn geboorte weggegaan en had mijn broer en zus meegenomen. We werden uitgescholden op straat, kinderen mochten niet bij mij spelen, ik had continu het gevoel dat iedereen tegen ons was. Als ze ‘pinda’ of ‘poepchinees’ riepen, zei mijn moeder altijd: ‘Kin omhoog, borst vooruit.’ Ze was een heel trotse vrouw. Tijdens een winter werden wij bekogeld met ijsballen. Een kwam op het oog van mijn moeder terecht, een andere vloog door het raam. Toen brak er iets in haar. Ze liep altijd met opgeheven hoofd op straat, maar na dat ijsbalincident liep ze met een gebogen hoofd de deur uit. Dat vond ik zo erg om te zien.”

null Beeld
null Beeld

Het Muizenhuis is bedacht en gemaakt door Karina. Wat begon als een kinderboek, is uitgegroeid tot een wereldwijd merk bestaande uit speelgoed, knutselproducten, een eigen Mini Museum en binnenkort een internationale tv-serie. De boeken zijn vertaald in 27 talen en uitgegeven in 33 landen.
Kijk voor meer informatie op hetmuizenhuis.nl en instagram.com/hetmuizenhuis

null Beeld

Wat voor vrouw was je moeder?

“Een heel lieve, zachte vrouw. Ik heb een zwaar leven gehad, maar de basis is heel goed. Ik heb heel veel liefde van haar gehad, ondanks haar verdriet. Dat ze haar twee oudste kinderen niet meer mocht zien, had natuurlijk een enorme impact. Mijn moeder was heel creatief en kon goed schilderen. We hadden geen geld om verf te kopen, maar ze kon van allerlei spullen kleurstof maken. Mijn vader betaalde geen alimentatie, maar toch werd ze gekort op haar uitkering. Ze was te trots om daar iets over te zeggen. Dus hadden we soms aan het einde van de week – de sociale dienst keerde toen nog per week uit – geen geld en vaak ook geen eten. Ik had geen speelgoed en mocht alles meenemen wat ik op straat vond om daar iets van te maken. Ik vond dat geweldig, van niets iets maken.”

Je moeder is eigenlijk een soort godmother van Het Muizenhuis.

“De liefde voor creëren heb ik zeker van haar. Misschien wel omdat we zelf niks hadden, vind ik het belangrijk om dingen te maken. Voordat ik met Het Muizenhuis begon, maakte ik grote beelden. Niet met het gevoel dat ik kunst aan het maken was, maar juist het maakproces was voor mij belangrijk. En ook het vertellen van verhalen heb ik van mijn moeder. Mijn moeder en ik sliepen samen in een eenpersoonsbed. Voordat we gingen slapen, vertelde ze mij de mooiste verhalen over Indonesië. Ze was hiernaartoe gekomen, omdat het voor haar eigen veiligheid beter was. Ze was in Indonesië getrouwd met een Nederlandse militair. Ze had enorme heimwee. Maar ik heb haar ook gelukkig gezien. Toen ik acht was leerde ze Rob Roberti kennen, een circusdirecteur. Door hem kon ik met het circus optrekken, de mooiste tijd van mijn leven. Ik was zelfs bezig met oefenen voor een koorddans-nummer. Maar mijn moeder werd ziek, ze had darmkanker, en belandde in het ziekenhuis.”

null Beeld

En jij kwam er alleen voor te staan.

“Ja, en ik word nog steeds boos dat niemand toen heeft ingegrepen. Ik was twaalf en woonde een halfjaar alleen in ons huis. Het circus ging in die tijd failliet, dus daar kon ik ook niet terecht. Ik verwaarloosde mezelf, stonk, het huis was een puinhoop; dat moeten ze op school hebben gezien. En ook toen ik na haar dood bij mijn vader terechtkwam, heeft de Kinderbescherming geen onderzoek naar hem gedaan. Mijn vader was een zeer gewelddadige man. Ik had hem en mijn broer en zus nog nooit gezien.

Het eerste wat hij deed, was naar het asiel rijden waar ik mijn hond, die voor mij alles was, moest achterlaten. Daarna zei hij dat ik tegen iedereen moest zeggen dat ik een nichtje was en dat ik het nooit over mijn moeder mocht hebben. Toen ik de volgende dag vroeg waar de spullen waren die ik had meegenomen – in een vuilniszak had ik snel wat spullen gegooid van thuis, waaronder een jurk van mijn moeder – sloeg hij me alle hoeken van de kamer door. Mijn identiteit was me afgenomen en alles wat me lief was, had ik verloren. Na anderhalf jaar greep school in. Mijn gymleraar zag mijn blauwe plekken, de directeur regelde dat ik bij mijn docent maatschappijleer in huis kon wonen. Later kwam ik in een pleeggezin terecht, maar ik kon niet meer aarden. Ik had te veel meegemaakt.”

Het lijkt me heel eenzaam als je zo jong alles alleen moet ondergaan en oplossen.

“Door het ontbreken van allerlei sociale verbanden in mijn leven zal ik misschien altijd wel een gevoel van eenzaamheid houden. Hoewel ik met mijn man Eli heel verbonden ben geweest. Met hem was ik altijd samen, en dan bedoel ik echt dag en nacht. Sinds zijn overlijden, vorig jaar mei, ben ik ook veel alleen geweest. Ik zie mijn kinderen en kleinkinderen, maar verder mijd ik vrienden en bekenden en ben ik alleen in het atelier aan het werk.”

null Beeld

Van wonen bij je vader naar samen zijn met Eli zit ook nog een heel leven.

“Mijn leven is niet zo gemakkelijk samen te vatten in een paar zinnen. Ik ging weg bij het pleeggezin, kwam op straat terecht, leefde in kraakpanden en ontmoette Herman Brood. Via hem kwam ik in Amsterdam terecht. Daar heb ik alles gedaan om te overleven, in het begin leefde ik op straat. Pas toen ik Peter, de vader van mijn kinderen, tegenkwam, werd alles wat rustiger. Het klinkt allemaal wat zwaarmoedig, maar ik ben heel positief. Ik kijk vooral naar de mazzel die ik heb gehad. Een liefdevolle moeder, de mensen van het circus, Herman Brood, Peter, Felix Rottenberg, Eli; zij zijn allemaal heel goed voor mij geweest.
Met de vader van mijn kinderen ben ik 26 jaar samen geweest en we zijn nog steeds vrienden. Felix bracht me op het pad van de politiek en met Eli voelde ik een enorme verbondenheid. Weet je wat het mooie is? Mijn zes kleinkinderen hebben alles wat ik niet had: neefjes, nichtjes, oma’s en opa’s die ook nog eens allemaal bij elkaar zijn, en ze wonen bij elkaar in de buurt, dus ze zien elkaar heel veel. Binnen één generatie is alles anders geworden.”

Je hebt vier kinderen. Ben je de moeder geworden die je wilde zijn?

“Ja! Ik ben heel bewust thuis bij de kinderen gebleven. De basis die mijn moeder mij had geboden, wilde ik mijn kinderen ook geven. Ik sliep ook heel lang met alle kinderen in bed en was veel met ze aan het knutselen. De deur stond ook altijd bij ons open. We woonden op de begane grond, dus alle buurtkinderen liepen binnen voor pleisters, water en om naar de wc te gaan. Tussen de middag en na school waren er altijd kinderen die bij ons aten. Dat openstaan is wat ik ook met Het Muizenhuis wil laten zien. Als het er bij een ander anders aan toe gaat, mag dat geen bedreiging zijn. En dat herken ik natuurlijk van vroeger. Dat twaalfjarige meisje was nooit zo buitengesloten geweest als we niet waren gediscrimineerd.”

null Beeld

Je kinderen zijn gestopt met hun baan en bij je komen werken. Met elkaar runnen jullie nu een wereldwijd merk, The Mouse Mansion Company.

“Daar ben ik ontzettend trots op. En het is voor mij heel fijn, want mijn kinderen weten precies wat de ziel is van Het Muizenhuis. Ik vertrouw ze blindelings. Ik schrijf het verhaal en maak de decorstukken voor de foto’s, mijn kinderen zorgen dat het de wereld in gaat, daar bemoei ik me verder niet mee. Het heeft lang geduurd voordat ik trots op mijn werk kon zijn, maar nu denk ik steeds vaker: wat een goed idee was dat.”

Je werkt nu in het atelier van Eli. Is dat troostend?

“Eli is drie jaar ziek geweest, twee jaar daarvan heb ik hem intensief verzorgd. Hij had eerder kanker gehad en door bestralingen stierf keelweefsel af. Hij kon niet slikken en niet eten en drinken. Maar hij had een enorme levenslust en ademde via een tracheostoma in zijn hals. Om de tweeënhalf uur, ook ’s nachts, moest ik alles schoonmaken. Het was een verschrikkelijk moeilijke tijd en tegelijk een heel mooie tijd. We konden nog steeds intiem zijn, kusten, knuffelden, en we maakten kunst. Zelfs toen hij bijna niet meer kon staan, schilderde hij nog poppen op karton. Twee keer ging het goed mis en moesten we afscheid nemen van elkaar. De derde keer was het gepland – hij heeft voor euthanasie gekozen – en toch was het een shock dat hij er ineens niet meer was.”

Heb je er vrede mee hoe het is gelopen?

“Ik moest zo veel regelen, dat ik nu pas het besef heb dat hij weg is. Ik mis het meest zijn fysieke aanwezigheid, het binnenkomen en ‘Hoi Kaatje’ horen en het ’s nachts tegen elkaar aanliggen. Het was fijn dat we onze werkdrift niet aan elkaar hoefden uit te leggen. We waren beiden getraumatiseerd, hij door de oorlog, ik door mijn jeugd. Creëren was voor ons van levensbelang, alsof we onszelf daarmee bestaansrecht gaven. Het lukt me nu nog niet om zo veel te doen als voorheen. Rouwen kost veel energie. Door hier te werken voelt hij dichtbij. Er hangt hier een metershoge foto van hem, die ik een paar weken voor zijn dood maakte. Alle slangen hangen uit zijn lichaam, in zijn hand heeft hij een spuugbakje. Die foto wordt een onderdeel van een nieuw kunstproject. Het is fijn om bezig te zijn, om weer te creëren, verhalen die in mijn hoofd zitten vorm te geven. En dat hij dan op de achtergrond een soort van meekijkt.”

null Beeld
null Beeld

Karina Content (schrijversnaam Karina Schaapman) groeit op in Leiden en komt als jong meisje in Amsterdam terecht. In 2000 publiceert ze het boek Schoolstrijd, ouders op de bres voor beter onderwijs. Van 2002 tot 2008 zit ze in de gemeenteraad van Amsterdam. Na een burn-out geeft ze haar zetel op. Ze schrijft in 2004 een autobiografie, Zonder moeder, en vanaf 2011 de verhalen van de muizen Sam en Julia in de Muizenhuis-serie. In 2007 ontving ze de Harriët Freezerring voor haar strijd tegen vrouwenhandel. Onlangs is haar documentairefotoboek Lust for life + more uitgekomen.

null Beeld

Dit artikel komt uit het Digitale Magazine van Margriet. Benieuwd wat er nog meer in staat? Klik hier.

Podcastaflevering over weduwe worden

Karina spreekt in de podcast Kaarten op tafel bij Margriet over weduwe worden. De aflevering kun je hier beluisteren:

Saskia SmithMarloes Bosch. Styling: Esther Loonstijn. Visagie: Astrid Timmer

Op alle verhalen van Margriet rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@margriet.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden