PREMIUM
‘Ik voel me vaak schuldig naar mijn man. Ik durf nergens heen, uit angst om een paniekaanval te krijgen’
Hanneke (61) kampt met onverklaarbare fysieke klachten en komt nauwelijks nog buiten de deur. Simon (62) maakt zich grote zorgen om haar.
Hanneke
“Ik ben altijd wel angstig geweest, maar sinds ik zo ziek ben geweest en moest worden opgenomen vanwege corona, is het erger geworden. Ik ben gelukkig niet op de ic terechtgekomen, maar ik heb sindsdien nog wel last van allerlei klachten die een gevolg zijn van covid. Ik ben snel moe, heb last van hartkloppingen en duizeligheid, heb moeite om me te concentreren en ik ben snel benauwd. Volgens de huisarts zijn dat niet allemaal post-covidverschijnselen. Hij zei dat om me gerust te stellen, maar het heeft averechts gewerkt. Ik ben me gaan afvragen wat het dán is en of er misschien iets mis is met mijn hart. Sindsdien heb ik geregeld paniekaanvallen, met name als ik ergens heen moet of met andere mensen ben. Ik ben het liefst thuis. Daar kan ik ook wel zo’n aanval krijgen, maar dan kan ik, of mijn man, in elk geval 112 bellen. Ik moet er niet aan denken dat ik op straat een aanval krijg en neerval.”
“Wat ik dan precies voel? Dat is zo moeilijk uit te leggen. Ik voel mijn hart snel kloppen, ik word benauwd en duizelig, alles begint te draaien om me heen en het voelt alsof alles niet echt is, of ik er niet echt ben. Dat is heel akelig.”
Angst voor een aanval
“Gelukkig is mijn man, sinds zijn pensionering, bijna altijd thuis, want ik durf niet goed alleen te zijn. Hij doet tegenwoordig boodschappen voor me en hij reageert lief en zorgzaam als ik weer zo’n aanval heb. Ik weet dat hij bang is dat er iets met mij gebeurt. De huisarts heeft hem verteld dat ik lichamelijk niet echt iets mankeer, dus hij probeert me dan gerust te stellen. Maar vaak lukt dat niet. Ik vraag hem dan: ‘Hoe is het mogelijk dat ik me zo slecht voel, als ik niks mankeer?’”
“Ik voel me vaak schuldig naar mijn man en de kinderen. Hij had het zich ook anders voorgesteld na zijn pensioen: dat we de tijd zouden hebben om eropuit te gaan. Maar ik durf nergens heen, uit angst om zo’n aanval te krijgen. Ik heb van de huisarts medicijnen gekregen, SSRI’s. Die worden meestal gegeven bij een depressie. Ze schijnen ook te helpen tegen paniekaanvallen. Maar ik reageerde er niet goed op. Ik voelde me raar en misselijk en ik had veel meer last van die hartkloppingen. Dus daar ben ik weer mee gestopt. Bovendien kwam ik in heel korte tijd kilo’s aan en dat wilde ik niet, want dat is ook niet goed. Dus ik weet het niet meer. Ik ben de hele dag bang dat ik weer een aanval krijg en ik kom tot niets meer.”
Simon
“Er moet echt iets gebeuren. Het is niet goed met haar. Ik heb van de huisarts begrepen dat het geen zin heeft om nog een lichamelijk onderzoek te doen. Er is niks mis met haar hart, zegt hij. Dat hart is echt goed bekeken. En wat dat rare gevoel betreft, alsof ze alles heel onwerkelijk ziet, volgens hem komt dat omdat ze zich zo druk maakt over haar gezondheid. Hij is ervan overtuigd dat haar klachten psychisch zijn. Hij is een goede huisarts, dus ik moet hem daarin vertrouwen. Hanneke wil dat ook wel, maar als ze weer zo’n aanval heeft, is ze ervan overtuigd dat er toch iets heel erg mis is.”
Ook mijn leven wordt hierdoor bepaald
“Tegenwoordig gaat het redelijk, omdat ze zo veel mogelijk dingen vermijdt die ze moeilijk vindt. Ze komt eigenlijk nauwelijks meer de deur uit. Ze durft zelfs geen boodschappen meer te doen bij ons om de hoek. Ik ga naar de supermarkt en als ze verder iets nodig heeft bestelt ze dat online. Het enige wat we nog doen is een klein stukje wandelen met z’n tweeën of wat in de tuin werken. En dat terwijl ze altijd heeft gesport en we graag naar de film of het theater gingen of een stuk lopen en dan op een terras koffiedrinken. Ze zit erover in dat ook míjn leven wordt bepaald door haar ziekte. Dat is natuurlijk ook zo, maar ik zou haar dat nooit kwalijk nemen. Je bent er voor elkaar, ook als het minder gaat. Ik weet dat zij het omgekeerd net zo goed voor mij zou doen. Maar het voelt soms wel machteloos: je zou willen helpen, haar gerust willen stellen, maar je kunt niks.”
In paniek
“Ze zegt vaak dat ze een blok aan mijn been is. Dat gevoel probeer ik dan bij haar weg te nemen. Maar het is wel waar dat ik het er soms moeilijk mee heb. Vooral als ik verhalen hoor van anderen die lekker op vakantie gaan of die samen genieten van deze fase waarin de kinderen op hun plek zijn, je geen baan meer hebt en er meer tijd is voor jezelf en voor elkaar. En vooral ook als we weer in zo’n eindeloze discussie belanden, omdat zij voelt dat er echt iets mis is en in paniek raakt omdat niemand haar serieus neemt. Ze kan dan ook boos op mij zijn en ik moet eerlijk zeggen dat ik dan soms mijn geduld verlies. Ik ben op zo’n moment weleens de deur uit gelopen, omdat ik er niet meer tegen kon. Maar na een kwartier, ze had toen al zes keer gebeld, ben ik teruggegaan, omdat ik het niet over mijn hart kon verkrijgen om haar zo in paniek alleen te laten.”
Therapie
Hanneke vertelt uitvoerig over haar paniekaanvallen en hoe die haar leven hebben veranderd, maar ze lijkt niet echt het gevoel te hebben dat ze bij mij aan het juiste adres is. Ze durfde niet tegen de huisarts te zeggen dat ze echt niets psychisch mankeerde en ze voelt zich opnieuw niet gehoord en niet serieus genomen door hem vanwege deze verwijzing. Ze is er nog steeds van overtuigd dat er lichamelijk iets mis moet zijn, want ze heeft echte klachten, ze beeldt zich die heus niet in. Ik begin met een uitvoerige uitleg over wat er met haar aan de hand zou kunnen zijn. Hanneke heeft een paniekstoornis met een uitgebreid arsenaal aan vermijding. Uit angst om een aanval te krijgen gaat ze steeds meer situaties uit de weg. Ik vertel Hanneke dat er wel degelijk hevige lichamelijke klachten en pijn bestaan waarvoor geen bekende lichamelijke oorzaak wordt gevonden. Wel kan worden uitgesloten dat er lichamelijk iets ernstigs aan de hand is en dat is bij Hanneke goed onderzocht. Door je veel zorgen te maken over klachten en voortdurend te letten op wat je voelt kunnen die klachten ernstiger worden. Wat je aandacht geeft, groeit en een akelige gedachte kan net zo veel angst veroorzaken als een werkelijke gebeurtenis.
Het zal wel, zie ik Hanneke denken en om haar te laten ervaren dat lichamelijke klachten kunnen ontstaan zonder dat er iets ernstigs aan de hand is, gaan we met opzet verschijnselen oproepen die ze ook voelt bij een paniekaanval. Op deze manier kan ze leren om die verschijnselen te verdragen en ermee om te gaan. De duizeligheid kan ze oproepen door snel rond te draaien, de hartkloppingen door de trap op en af te rennen en het gevoel van benauwdheid en onwerkelijkheid door met opzet te hyperventileren. Moedig gaat Hanneke onder mijn aanmoediging deze uitdagingen aan en leert ze te voelen dat die door haar kunnen worden veroorzaakt en dat ze ook weer door haar kunnen verdwijnen. Vooral het met opzet hyperventileren vindt ze angstig, maar als ze leert hoe ze dit kan opvangen en voorkomen door ademhalingsoefeningen, heeft dit een positief effect op haar angst. Ze leert door haar neus in te ademen en door haar mond heel langzaam uit te ademen.
Door te bedenken en tegen zichzelf te zeggen dat wat ze voelt ongevaarlijk is en dat ze het kan verdragen, verdwijnen de paniekaanvallen niet meteen volledig. Die heeft ze nog wel af en toe, maar ze leert vooral om ermee om te gaan en om stap voor stap weer alle dingen te gaan doen die Simon haar uit handen had genomen. Voor Simon is het nog niet zo gemakkelijk om te stoppen met haar bij alles te helpen. Hij moet Hanneke nu gaan helpen door haar niet meer te helpen.