PREMIUM
‘We voelden ons gezegend dat wij als ‘oudjes’ het in bed nog zo fijn hadden’
Actrice Ineke Maria Swanevelt viel als een blok voor Peter Müller, alias schrijver A.L. Snijders. Ze ontmoetten elkaar toen zij 75 en hij 81 was. In Laatste lente beschrijft Ineke twee jaar vol hartstocht.
Ik wil het niet schrijven
Ik kan het niet schrijven
Ik moet het schrijven
Hij is
Hij is
DOOD
Ik vond hem in de ochtend
Hij lag voorover
Ik hield hem in mijn armen
Hij hoorde me niet meer
Ik hoorde hem niet meer
“Het sprookje dat zo abrupt eindigde, begon vier jaar geleden. Drie jaar na het overlijden van mijn man Hans, met wie ik 44 jaar een goed huwelijk had. Ik had dertig jaar in het buitenland gewoond en leefde vanaf 2003 een tevreden leven in Amsterdam, had leuk werk en fijne vrienden. Nog een keer verliefd worden? Dank je de koekoek. Ik had helemaal geen zin weer opnieuw te beginnen. Tot ik op een zondagmorgen een meneer op de radio hoorde. Wat een leuke stem, dacht ik, en wat komen er ongelooflijk leuke zinnen uit zijn mond. Ik werd nieuwsgierig. Wie was deze bijzondere man? Het bleek Peter Müller te zijn, beter bekend als A.L. Snijders, schrijver van Zeer Korte Verhalen. Ik werd fan en luisterde elke zondagmorgen naar zijn columns op de radio.”
“Toen ik hem op 3 maart 2019 hoorde vertellen dat hij diezelfde middag in de Roode Bioscoop van Amsterdam een lezing zou geven, trok ik de stoute schoenen aan. En daar zat ik. In de zaal. Luisterend naar een man van wie ik nooit had bedacht dat hij míjn man zou worden. Na afloop stapte ik op hem af om hem te complimenteren. ‘Dankuwel,’ zei hij. ‘Wilt u mij toevoegen aan uw maillijst?’ vroeg ik. ‘Natuurlijk,’ zei hij, ‘mag ik uw adres?’ Meteen de volgende morgen stuurde hij een mail. Dat was het begin van onze mailwisseling. Het contact werd steeds persoonlijker, mijn verlangen naar hem groter.”
Post-it
“Ondertussen wist ik wel dat áls ik hem nog een keer wilde ontmoeten, het initiatief van mij moest komen. Peter is niet het type rokkenjager, hij leek eerder een kluizenaar. Om mezelf in toom te houden, ik vond dat ik moest ophouden met dromen over hem, schreef ik op een post-it BHJI, wat stond voor BeHeers Je Ineke. Tot dat beheersen me niet meer lukte, tot ik me niet meer wílde beheersen. Want hoezo moest ik mezelf restricties opleggen? Ik leef maar één keer en ik was 75, oud en wijs genoeg. Dus vroeg ik hem of hij het leuk zou vinden als ik een keer met de trein zijn kant op zou komen. Nou, daar had hij wel oren naar.”
“Zaterdag 11 mei 2019 was het zover. Omdat ik geen idee had wat Peters verdere plannen waren voor die dag, had ik een hotelletje geboekt. Toen ik na een lange treinrit uitstapte op het perron van Lochem zwaaide hij. Even later gaf ik hem een hand, hij mij een kus. Hij vroeg hoe ik me deze dag voorstelde. Mijn hart maakte een sprongetje. Had hij een hele dag voor mij vrij gemaakt? De glimlach die op mijn gezicht verscheen, is die dag niet meer verdwenen. We wandelden, praatten aan één stuk door en ’s avonds, toen we wat in het hotel aten, zei dat hij de volgende dag naar Amsterdam moest. Of ik wilde meerijden. Nou dat wilde ik wel. De volgende morgen haalde hij mij met een blij hoofd op en zei: ‘Ik ben hartstikke verliefd op je en ik ga je straks kussen.’ Ik was totaal overrompeld. Deze man van wie ik dacht dat hij een kluizenaar was, een monnik, bleek een man van vlees en bloed te zijn. Zijn woorden deden alle verliefde belletjes in mij rinkelen.”
Hartstochtelijk en zorgeloos
“Toen ik voor de tweede keer naar Gelderland afreisde, vroeg Peter waar ik die nacht wilde slapen, bij hem of in het logeerbed. Die keuze was snel gemaakt. Vanaf dat moment lieten we elkaar niet meer los. Van niks naar alles. We waren net twee treinen die aan elkaar gekoppeld werden en samen verder reden. Ik trok in bij Peter op de boerderij, waar we elkaar als verliefde vreemden leerden kennen. We weken geen moment van elkaars zijde, dat kon ook omdat het corona was en er geen verplichtingen waren. De enkele dagen die we niet samen doorbrachten, schreef hij mij brieven. Onze liefde was hartstochtelijk, onze verliefdheid zorgeloos.”
“Beiden waren we jarenlang vertrouwd geweest met rollators en steunkousen; Peter was twintig jaar mantelzorger voor zijn vrouw geweest, ik had acht jaar voor mijn man gezorgd. Maar nu waren we zo vrij als een vogel en konden we voor de volle honderd procent van elkaar genieten. ‘Het klinkt zoet als een mier,’ zei hij ooit in een interview, ‘maar ik ben heel gelukkig met haar.’ Hetzelfde gold voor mij. Ik weet, het klinkt bijna hysterisch euforisch, maar er zit echt geen enkel smetje op ons verhaal. Ruzie hadden we nooit. Ook ergernissen waren ons vreemd. Natuurlijk waren er gewoontes van Peter waar ik aan moest wennen. Zo gooide hij, als hij naar bed ging, zijn kleren op de grond. Andersom had Peter liever dat ik houten pollepels met de hand afwaste in plaats van ze in de vaatwasser te doen. Maar met liefdevolle regieaanwijzingen leerden we die gewoontes af. Na een paar maanden zijn we getrouwd. Peter wilde, juist omdat ik alleen was, geen broer, zus of kinderen heb, goed voor mij zorgen als hij er niet meer zou zijn. Dat dat moment sneller zou komen dan verwacht, daar hadden we gelukkig geen idee van.”
Herkenning
“Natuurlijk vroeg ik mezelf soms af waarom we zo goed bij elkaar pasten. En of dat misschien was omdat we op oudere leeftijd verliefd zijn geworden. Ik denk dat herkenning het sleutelwoord is. Hoe groter de waaier van herkenning, hoe groter de kans dat je gelukkig bent met elkaar. En misschien gaat dat nog meer op als je ouder bent, want dan ben je meer op elkaar aangewezen en is het extra belangrijk dat je dezelfde interesses hebt. Peter en ik kwamen tot de conclusie dat er, zoals de schijf van vijf voor voeding, ook een schijf van vijf voor geluk is. In willekeurige volgorde bestaat onze schijf van vijf voor geluk uit: dezelfde interesses voor de natuur, literatuur, eten en drinken, praten en erotiek.”
“Om te beginnen met de natuur. Wij deden niets anders dan wandelen en ons verbazen over de schoonheid van elk plantje, beestje of rivier. Ook onze literatuursmaak kwam overeen, ik genoot als Peter mij voorlas, wat hij elke avond deed. Hetzelfde gold voor onze eet- en drinkgewoontes. Die waren hetzelfde. En dat is fijn, want als de één alleen water drinkt terwijl jij je tweede glas wijn inschenkt, of de één alleen thuis Hollandse pot wil eten en de ander ook weleens naar de Italiaan wil, is dat toch minder gezellig. En dan praten, de vierde schijf. Dat deden wij non-stop. Vanaf het moment dat ik op 11 mei 2019 uit de trein stapte tot die laatste ochtend 7 juni 2021. We hadden elkaar altijd wat te vertellen. Ik hield van Peters taal, hoe hij zijn zinnen formuleerde. Andersom was hij geamuseerd en altijd één en al oor als ik aan het woord was. We vertelden elkaar dingen die we niet eerder aan iemand anders hadden verteld. Onder deze schijf valt ook humor. Wij konden heel erg om elkaar lachen. Peter had net zo’n lichtvoetige, fantasierijke geest als ik. Speelden we bijvoorbeeld dat ik kapster was in een nudistenkapsalon en Peter mijn klant. Ook de dag van onze ontmoeting hebben we van minuut tot minuut nagespeeld. En dan de vijfde schijf, erotiek. We waren zelf ook verbaasd over onze magnetische aantrekkingskracht en voelden ons gezegend dat wij als ‘oudjes’ het in bed, of onder de douche, nog zo fijn hadden. Die intimiteit, zonder taboe of schaamte, maakte ons leven nog feestelijker.”
Vrijpostig
“Dat Peter en ik op dezelfde manier in de wedstrijd stonden, is één grote toevalstreffer. Ik had natuurlijk ook verliefd kunnen worden op een, weliswaar leuke, houten Klaas voor wie seks een afgesloten hoofdstuk was. Sommigen vinden mij te vrijpostig over onze hartstocht in Laatste lente. Misschien is dat omdat men schrikt van erotiek op hoge leeftijd. Of misschien boor ik iets aan waardoor men wordt geconfronteerd met een eigen gemis. Dat is geenszins mijn bedoeling. Het gaat mij erom dat mensen inzien dat intimiteit mag en kan bestaan, ook als je oud en gerimpeld bent. Juist omdat ik iedereen gun wat ik met Peter had, zou ik daar graag een lans voor breken. Natuurlijk, het hoeft niet allemaal zo intens te zijn. Als liefde maar sereen, in harmonie, met tederheid, zorg en aandacht is. Al is het wel zo dat intimiteit de liefde nóg veelomvattender maakt.”
In het harnas gestorven
“Peter is gestorven op de hoogste berg. Zonder een greintje aftakeling. Al schrijvend. In het harnas. Op 7 juni 2021. Aan een hartstilstand. Die ochtend lagen we, zoals altijd, in elkaars armen. Er was geen vuiltje aan de lucht. Peter was zo fit als een hoentje en stond op om te schrijven. Ik bracht muesli en koffie in zijn werkkamer en deed wat telefoontjes. Omdat het mooi weer was, wilde ik Peter voorstellen koffie in de tuin te drinken. Toen ik iets later zijn kamer binnenkwam, lag hij voorover met zijn hoofd op het bureau. Vast in slaap gevallen, dacht ik. En toen ik hem niet wakker kreeg, vermoedde ik dat hij was flauwgevallen. Ik legde hem op de grond en deed een washandje op zijn hoofd. Dat hij dood kon zijn, kwam niet in mij op. Ook niet toen ik de dokter belde. Dat besef kwam pas toen de arts naast hem knielde en constateerde dat Peter was overleden."
“Omschrijven hoe ik me op dat moment voelde, kan ik niet. Het was te veel, te groot en te abstract. Mijn ratio nam het over van mijn emoties. Tot na het afscheid, toen ik terugkwam in Amsterdam. Ik brak. Hoe kan het ook anders? Twee jaar lang was ik gekoesterd, bemind en liefgehad. Twee jaar lang mocht ik koesteren, beminnen en liefhebben. Nu moest ik het alleen doen. Toch zit het niet in mijn karakter om te blijven hangen in verdriet. Ja, het gemis is enorm, maar ik was vastberaden het geluk dat ik heb gekend niet te laten bederven door te zwelgen in verdriet en zelfmedelijden. Ik wilde het verlies juist omzetten in winst. Winst, omdat ik zielsverwantschap, herkenning, genot en intens geluk heb mogen meemaken. Ik hoef maar naar een brief of foto te kijken, of naar een podcast met hem te luisteren en ik voel het weer.”
“Natuurlijk, er zijn soms tranen. Muziek maakt mij weerloos. En als ik in de supermarkt langs de schappen met ijs - Peter en ik aten graag een ijsje - loop, krijg ik een schokje. Maar dankbaarheid overheerst. Niets is vanzelfsprekend in het leven en dat ik op mijn 75ste dit grote geluk in mijn schoot geworpen kreeg, daar ben ik intens dankbaar voor.”
Laatste lente € 19,50 (AFDH Uitgevers).