PREMIUM
Astrid is enig kind: ‘Ik weet niet of ik een broer of zus heb gemist. Hoe kun je iets missen wat je nooit hebt gehad?’
Toen de gezondheid van Astrids moeder steeds slechter werd, wilde ze geen hulp van anderen accepteren. Omdat Astrid geen broers en zussen heeft, kwam alles op haar schouders terecht.
Astrid Brandt (55) werd geboren in Colombia en als baby door Nederlandse ouders geadopteerd. Haar ouders zijn inmiddels overleden.
“Eén kind was genoeg, vond mijn vader. Mijn moeder had graag nog een kind willen adopteren, maar hij zag dat niet zitten. Als jong meisje leerde ik mezelf te vermaken, ik hield van tekenen en knutselen. Onze buren hadden drie kinderen die elkaar continu in de haren vlogen. Als ik dat geruzie zag, was ik blij dat ik dat thuis niet had. Ik weet niet of ik een broer of zus echt heb gemist, want hoe kun je iets missen wat je nooit hebt gehad? Wel kan ik me herinneren dat ik het als puber soms lastig vond om enig kind te zijn. Mijn ouders waren toen al jaren gescheiden en mijn moeder hing erg aan mij. Ze kon mij maar moeilijk loslaten en thuis was de stemming somber. Toen had ik graag een broer of zus gehad om mee te praten. Iemand die ik kon vertrouwen, een bondgenoot met wie ik samen tegen mijn moeder in kon gaan.”
Soms eenzaam
“Ik bleef door haar geclaim een moeizame band met mijn moeder hebben, maar ik ben blij dat we de laatste jaren van haar leven meer naar elkaar toegroeiden. Ik werd milder en zag in dat zij ook maar haar best had gedaan. Toen mijn moeders gezondheid steeds slechter werd, wilde ze geen hulp van anderen accepteren. Alles kwam dus op mijn schouders terecht. Ze viel een paar keer, ging van ziekenhuis naar revalidatie en belandde uiteindelijk in een verzorgingshuis. Er kwam veel regelwerk bij kijken en er was niemand met wie ik ruggespraak kon houden of een rooster kon maken, zodat we elkaar konden afwisselen met haar bezoeken. Dat voelde soms eenzaam. Maar tegelijk was het mooi dat ik later haar uitvaart precies kon plannen zoals mijn moeder het had gewild. Je hoort zo vaak dat daar ruzie van komt onder broers en zussen, of over de erfenis. Mijn vader was al eerder overleden. Dat ik nu wees ben, is naar. Ik kan alleen maar herinneringen ophalen met mezelf.”
Op eigen benen
“Mijn dochter is ook enig kind, maar zij heeft nog drie halfzussen en een halfbroer uit de vorige relatie van mijn man. Het voelt fijn dat zij hen heeft om later op terug te vallen. Dat gun ik haar, hoewel ik ook de voordelen inzie van enig kind zijn. Je leert op je eigen benen te staan en op jezelf te vertrouwen, zelf op dingen af te stappen zonder bang te zijn voor afkeuring of jezelf steeds te vergelijken met je broer of zus. Dat is ook wat waard, vind ik.”