PREMIUM
Ons leven is een sleur. We hebben onze vaste gewoontes, dat is het
Sinds de kinderen van Inez (60) en Maarten (60) het huis uit zijn, voelt Inez zich moe en futloos. Komt dat misschien door hun huwelijk, waarin ze nog nauwelijks met elkaar praten?
Inez
“Hoe het met me gaat? Ik weet het eigenlijk niet. Ik voel me vooral moe. Het is me allemaal te veel. Alles kost moeite. Als ik ’s morgens wakker word, zie ik al tegen de dag op. Daar worstel ik me doorheen en ’s avonds, als ik thuiskom, plof ik op de bank voor de tv. Het liefst zou ik dan naar bed gaan, maar dat doe ik niet omdat ik denk dat dat voor Maarten niet prettig is. Aan de andere kant vraag ik me af of hij überhaupt wel merkt dat ik in de woonkamer zit. We wisselen nauwelijks een woord met elkaar. Hij zit achter zijn laptop en ik kijk tv. Aan tafel praten we ook niet. We hebben elkaar gewoon niet zo veel te melden, denk ik. Soms heb ik de behoefte om iets te vertellen over mijn werk, maar ik weet dat daar dan toch nauwelijks een reactie op komt. En voor de honderdste keer zeggen dat het druk was en dat ik moe ben: dat is ook niet zo boeiend. Als de kinderen hebben gebeld, zeg ik dat wel. De kinderen zijn onze belangrijkste gespreksstof. Dat was altijd al zo. Toen ze nog thuis woonden ging het gesprek aan tafel over wat zij hadden gedaan en hoe het op school ging of met vrienden. In hun leven gebeurt nog van alles. Ons leven is een sleur. We hebben onze vaste gewoontes, dat is het.”
Altijd moe
“We hebben ook nooit ruzie. Soms denk ik dat het beter zou zijn als we die wel hadden. Dan gebeurt er iets. Maarten vindt alles best wat ik doe. Als ik met hem wil overleggen over een bepaalde aankoop, zegt hij: ‘Beslis jij maar. Jij weet toch het best wat je wilt hebben.’ Misschien moet ik er blij mee zijn dat hij mij in alles ruimte geeft. Dat hoor ik vaak van vriendinnen. Maar ik denk zelf dat het bij hem gewoon een gebrek aan interesse is. Laatst vroeg mijn dochter ineens aan mij of ik wel gelukkig was. Ik schrok daarvan en vroeg haar waarom ze dat vroeg. Ze zei dat ik nooit meer echt vrolijk was en dat ze zich afvroeg of we nog weleens leuke dingen deden, haar vader en ik. Ik zei dat ik daar vaak te moe voor was. Toen vroeg ze of ik niet te hard werkte en of ik niet uren wilde minderen. ‘Misschien heb je wel een burn-out,’ zei ze. Ik wil nog niet minder gaan werken. Eerlijk gezegd weet ik ook niet wat ik zou moeten doen met de tijd die ik dan over heb. Maarten heeft ook een drukke baan en ik heb niet echt hobby’s. Ik weet eigenlijk niet echt wat mij mankeert en waarom ik zo moe ben. Op aandringen van mijn dochter ben ik naar de huisarts gegaan, maar die kon niets vinden en heeft me naar u gestuurd.”
Maarten
“Ik vond het een goed idee om mee te komen voor deze gesprekken. Als dat Inez helpt, wil ik het zeker doen. U vroeg me vorige keer hoe ik aankeek tegen onze problemen. Ik zie eerlijk gezegd niet zo veel problemen. Ik vind het vervelend voor Inez dat ze vaak zo moe is, maar ik kan daar niet zo veel aan doen. We worden allebei wat ouder en ik kan zelf ook minder hebben dan vroeger. Ik heb net als Romi gezegd dat ze wat mij betreft best minder kan gaan werken, maar dat wil ze niet. Ze hoeft voor mij ook niet ’s avonds op te blijven. Als zij moe is en graag in bed wat tv wil kijken of wil slapen, moet ze dat doen.”
Niet dezelfde interesses
“Wat ik uit het vorige gesprek hier begrepen heb, is dat ze graag meer samen zou willen praten of dingen zou willen doen. Ik weet niet goed waarover ze het dan zou willen hebben. Ik wil best zeggen wat ik die dag heb gedaan, maar daar komt dan weinig reactie op. En zelf heb ik ook niet zo de behoefte om als ik thuis kom het nog eens uitvoerig over mijn werk te hebben. Ik vind het dan juist wel prettig om rustig achter mijn laptop te zitten. Ik wil ook best met haar op de bank zitten en tv-kijken, maar we hebben nu eenmaal niet dezelfde interesses. Zij kijkt graag een film of een serie, ik houd van actualiteitenprogramma’s of sport en dat interesseert haar weer niet. Dus daar zijn we ook snel over uitgepraat. We zijn natuurlijk al veertig jaar samen. Dan ken je elkaar goed. In het begin van een relatie wil je nog alles van elkaar weten en toen de kinderen nog thuis waren, was er ook veel meer dat we moesten bespreken. Toen hadden we ook wel strijd over dingen, maar ik kan niet zeggen dat ik daarnaar terugverlang. Inez kaartte meestal de dingen aan waar zij het niet mee eens was en ik ben makkelijk. Als zij de dingen op haar manier wil, pas ik me aan. Ik ben bovendien niet zo’n prater. Ik vind het niet moeilijk om op mijn werk te zeggen wat ik ergens van vind, maar op het persoonlijke vlak vind ik het moeilijk om de goede woorden te vinden om te zeggen wat ik voel. Ik weet het vaak ook niet precies.”
“Ik ben altijd zo geweest, dus waarom Inez daar nu ineens moeite mee heeft, begrijp ik niet goed. Misschien heeft het vooral te maken met het uit huis zijn van de kinderen. Ik weet dat Inez hun drukte en gezelligheid mist. Ik heb tegen haar gezegd: ‘Zoek ze dan wat vaker op,’ maar dat wil ze ook niet, omdat ze denkt dat de kinderen hun eigen leven hebben en dat zij daar niet in past.”
Therapie
Inez meldde zich bij onze praktijk aan met klachten van vermoeidheid en lusteloosheid. Het was moeilijk om daar echt een diagnose op vast te stellen. Ik kon me voorstellen dat er sprake was van overspannenheid of een burn-out, maar daarvoor waren de klachten eigenlijk niet ernstig genoeg. De klachten leken ook niet echt te maken te hebben met haar werk, dat ze een beetje saai, maar zeker niet stressvol vond, noch met overbelasting thuis. Was er dan sprake van een depressie, vroeg ik me af, maar dat was ook niet het geval.
Ontevredenheid
Zoals Inez haar klachten beschreef, deed het eigenlijk meer denken aan ontevredenheid over haar leven. Eerder verveling door te weinig spanning, zowel in haar leven thuis als op haar werk, dan spanning door een teveel aan stress. De fase waarin het leven en de relatie van Maarten en Inez zich bevinden, blijkt een rol te spelen. De kinderen zijn uit huis en met name Inez vindt het moeilijk om haar leven nu invulling te geven. Ze is de afgelopen jaren met hart en ziel moeder geweest. De relatie van Inez met Maarten, als partners en geliefden, is op de achtergrond geraakt.
Als ik met hen terugkijk naar de fase waarin ze elkaar leerden kennen en wat hen toen aantrok in elkaar kunnen ze dat, met enige moeite, benoemen en kunnen ze ook zeggen wat ze van die eigenschappen nog steeds herkennen in elkaar. Om die positieve gevoelens weer meer terug te halen in de relatie, vraag ik hun beiden om een lijst te maken van activiteiten waarvan ze weten dat ze de ander daarmee een plezier zullen doen, die hem/haar blij zullen maken. Bij het bespreken van die lijst blijkt dat ze elkaar nog behoorlijk goed kennen. De meeste dingen op hun lijst blijken te kloppen. Het uitvoeren daarvan zou de ander inderdaad gelukkig maken. Het feit dat ze elkaar nog steeds zo goed kenden, gaf een gevoel van ontroering.
Gebrek aan aandacht
De volgende stap was om een aantal van die opgeschreven activiteiten ook uit te voeren. Zoals spontaan een knuffel geven, of voorstellen om samen in de tuin te werken, of tijdens het eten de telefoon uit zetten. Ik vraag hun om niet van tevoren tegen elkaar te zeggen waarmee ze de ander een plezier wilden doen. Daardoor was het verrassingsaspect groter en letten ze ook meer op elkaar, zodat een lief gebaar niet gemist zou worden.
Maarten en Inez hadden geen slechte relatie in de zin van veel ruzies of ergernissen. Hun emotionele relatie was geleidelijk uitgedoofd door gebrek aan aandacht. Ze leefden als huisgenoten bij elkaar. Door zich weer te verdiepen in wat ze zelf konden doen om de ander een plezier te geven, kwamen positiviteit, liefde en plezier terug in de relatie. Het werd weer spannender, in de goede betekenis van het woord.
Podcastaflevering over lange relaties
In de podcast Kaarten op tafel bespreekt Tanja Jess het onderwerp lange relaties met Monique Klemann en Nelleke Noordervliet in aflevering tien. Beluister de aflevering hier.