PREMIUMAflevering 53
‘Nina, ik weet niet wat we moeten. Eén ding weet ik wel: ik wil jou niet kwijt’
’s Avonds laat zit Nina alleen op de bank. Het idee dat ze afscheid moet nemen van Daniël kan ze maar niet laten gaan.
Woensdagavond
“Ik ga naar bed.” Thijs staat op en drukt een nachtzoen op mijn kruin. “Ben jij niet moe?” “Mmm. Mijn boek is erg spannend. Ik blijf nog even.” Zijn voetstappen op de trap, dan is de woonkamer leeg. Het knettert in mijn hoofd na het app-gesprek met Daniël eerder deze avond. En rustig nadenken met Thijs’ warme lijf naast me, misschien wel tegen me aan gekruld, werkt niet. Ik maak een kop kamillethee, doe alle lichten op een na uit en trek op de bank een dekentje over me heen. Met de boodschap dat Daniëls vrouw hun huwelijk nog een kans wil geven, morrelt de buitenwereld aan de gepantserde deur van onze affaire.
Een grote illusie
De affaire die mijn leven en zelfbeeld het afgelopen jaar zo overhoop haalde. Alles wat ik zeker dacht te weten - dat ik van Thijs hield, alleen van hem, nooit iemand anders zou toelaten, nooit zou liegen en al helemaal nooit een bom onder ons gezinsleven zou leggen - bleek allemaal een illusie. Als iemand me dit vorig jaar voorspeld had, zou ik geschaterd hebben. ‘Nooit,’ was mijn zelfverzekerde antwoord geweest. ‘Daar steek ik niet alleen mijn hand maar mijn hele arm voor in het vuur.’
Het kattenluikje kleppert en Harrie springt op mijn buik. Hij drukt zijn kopje in mijn handpalm en begint luid te spinnen. Zijn overgave ontroert me. Deze witte pluizenbol zal de enige zijn die nog van me houdt als uitkomt wat ik allemaal heb gedaan. Terwijl hij naar mijn hals kruipt, denk ik: hoe kan het toch dat ik dit heb laten gebeuren? Bij elke stap over de grens schrok ik me rot, deinsde ik terug. Om dan toch telkens vooruit te veren. Het was té verleidelijk. Al moest ik daarvoor betalen met leugens en toneelspel. En het ergste daarvan is nog: het went. Het wordt zelfs bijna gewoon. Als ik maar weer in Daniëls armen terecht kon komen.
Gitzwarte kant
Hoe kán iemand zoiets doen, riep ik vroeger veroordelend, bij dit soort verhalen. Nu weet ik het. Ook ík heb deze gitzwarte kant. En toch: ik geloof dat ik geen greintje minder van Thijs of de kinderen hou. Nee, dat is het niet. Er is iets aangeboord in mezelf, een extra laag in mijn ziel, een vuur dat ik vergeten was, dat ik misschien niet eens kende en waar ik met mijn hele zijn naartoe getrokken werd. Als het maar niet uitkomt, dacht ik steeds. Dan kan ik me warmen aan dit vuur, maar verbrandt er niets. Dan laaf ik me, tot het vanzelf genoeg is en ik terug kan in de tijd. Terug naar hoe het was.
Met tranen op mijn wangen besef ik weer eens dat die weg definitief is afgesloten. Want zelfs als niemand ooit te weten komt wat ik heb gedaan, ík weet het. En hoe kan ik Daniël ooit loslaten? Ondertussen is mijn huwelijk een potsierlijke komedie geworden en heb ik ook nog eens te weinig aandacht voor mijn kinderen. Ik zeur maar over Sam maar heb me niet echt verdiept in wat zij - die, verdorie, waarom blijft dat toch zo moeilijk? - voor Ruben betekent. En Sam is tenminste iemand die voor diens gevoelens uitkomt. Sam verraadt niemand, anderen niet en zichzelf niet. Daar zou ik een voorbeeld aan moeten nemen.
Puinruimen
Ik heb een zakdoek nodig maar wil Harrie niet storen, hij ligt zo lekker met zijn kopje tegen mijn kin. Daarom haal ik mijn neus op en veeg met mijn handdetranen weg. ‘Ik wil met je praten,’ schreef Daniël vanavond. Ja Daniël. Lieve, lieve Daniël. We moeten praten. Misschien is het tijd om te stoppen. Is het maar goed dat je vrouw het weer wil proberen. Dan ga ik thuis puinruimen en alles doen om deze misstap goed te maken. Want dit kan zo toch niet doorgaan?
Bij de gedachte dat ik afscheid moet nemen van Daniël schrokt mijn lichaam zo, dat Harrie verstoort wegspringt. Het voelt als een afwijzing en ik begin nog harder te huilen. Dan trilt mijn telefoon. Het is al half drie ’s nachts. “Nina, ik weet niet wat we moeten. Eén ding weet ik wel. Ik wil jou niet kwijt.”
Volgende week: schrikt Nina als Thijs haar vertelt dat ook hij iets belangrijk voor haar achter heeft gehouden.
Over Nina
Nina (51), redactiemedewerker, woont samen met Thijs (53), stiefdochter Evi (24), zonen Ruben (16) en Kaj (13) en hun cyperse kater Harrie (2). Ze is nog altijd dol op Thijs. Toch wordt ze verliefd op iemand anders. En dat zet haar leven op scherp.