Met deze tips krijg je voortaan wel vogels in je vogelhuisje

Van het ophangen tot schoonmaken: zo trekken jonge vogels dit jaar vanuit jouw vogelhuisje de wijde wereld in.

Vogels in je vogelhuisje krijgen

Heb je de eerste vogels al druk zien rondvliegen in de tuin, maar gaan ze er na een korte inspectie van jouw vogelhuisje toch weer snel vandoor? Je bent niet de enige met dit probleem. Vogels zijn namelijk behoorlijk kieskeurig als het op een vogelhuisje aankomt. Daarbij is vooral de invliegopening van het kastje belangrijk. Hoe groot de opening moet zijn, hangt af van het soort vogel. De pimpelmees en zwarte mees hebben genoeg aan een opening van 2,8 centimeter. Voor de koolmees, kuifmees, ringmus, huismus en bonte vliegenvanger is dit 3,2 tot 3,5 centimeter. En voor bonte spechten en spreeuwen heb je een invliegopening van 4,5 centimeter nodig.

Daarnaast zijn niet alle vogels fan van een rond gaatje als opening voor het vogelhuisje. Winterkoninkjes, merels, witte kwikstaarten, roodborstjes, grauwe vliegenvangers en gekraagde- en zwarte roodstaarten hebben namelijk liever een halfopen nestkastje. Zo kunnen ze direct in en uit het nest vliegen en op de rand zitten.

Het vogelhuisjes ophangen

Als je eenmaal het juiste vogelhuisje voor de vogels in je tuin hebt gevonden, is het tijd om ‘m op de goede manier op te hangen. Kies hiervoor een rustige plek waar ’s ochtends zon op valt, maar ’s middags schaduw. Vogels zijn dol op ochtendzon, maar door de fellere kracht van de zon in de middag kan het nest oververhit raken.

Heb je een huisje met invliegopening? Zorg dan dat je deze naar het oosten, zuiden of zuidoosten richt. Als je ‘m naar het westen richt, kan er bij regen water in het vogelhuisje komen. Hang het vogelhuisje 2 tot 5 meter van de grond, en zorg dat de aanvliegroute naar het kastje vrij is van takken. Heb je een halfopen nestkastje? Hang deze dan op een beschutte plek op, bijvoorbeeld tussen de klimop.

Lees ook: Vogels in de tuin: welke kun je allemaal spotten én hoe lok je ze naar je tuin?

Meerder vogelhuisjes

Heb je meerdere vogelhuisjes die voldoen aan de bovenstaande criteria, maar blijft er eentje de hele tijd onbewoond? Dat kan komen doordat de vogelhuisjes dan te dicht bij elkaar hangen. Vogels nestelen zich niet in vogelhuisjes in het territorium van een andere vogel. Vooral kleinere vogels hanteren deze regel. Hang je vogelhuisjes dus het liefst zo ver mogelijk bij elkaar vandaan. Vogelhuisjes.nl raadt zelfs aan om minimaal 30 meter afstand te houden.

Vogelhuisjes schoonmaken

Om je vogelhuisje nog aantrekkelijker te maken voor vogels kun je ‘m één keer per jaar schoonmaken. Het beste moment om dit te doen is als de vogels zijn uitgevlogen of als het broedseizoen voorbij is. Om er zeker van te zijn dat je geen laatbroeders verstoort, kun je het beste tot het najaar wachten om dit te doen.

Een vogelhuisje schoonmaken doe je door met handschoenen aan het oude nest eruit te halen en vervolgens warm water in en over het kastje te gieten. Hiermee dood je de mogelijke ongedierte, vlooien en parasieten. Boen het kastje daarna met een borstel en giet vervolgens nog een keer warm water in en over het vogelhuisje. Gebruik hiervoor nooit (chemische) schoonmaakmiddelen. Laat je huisje goed opdrogen en hang ‘m daarna weer op. Vul je kastje nooit met stro, takjes of ander materiaal. Vogels zorgen namelijk zelf voor hun inrichting.

Artikelen van Margriet.nl ontvangen in je mailbox?

Schrijf je in via margriet.nl/nieuwsbrief.

Bron | Vogelhuisjes.nl, Libelle.be

Beeld | Getty Images

Wil jij meer van dit soort handige tips en lifehacks, zónder dat je ernaar hoeft te zoeken? Krijg ze dan nu dagelijks te horen van Margriet! Via de Google Assistent op je telefoon of tablet, óf je Google Home, kun je heel makkelijk met Margriet praten en dagelijks de slimste en handigste tips krijgen. Klik hier om direct de tip van vandaag te beluisteren. Meer uitleg nodig? Klik dan hier.