PREMIUMAflevering 45
Ook Thijs heeft er voordeel bij dat ik naar Daniël ga. De afgelopen week was ik veel liever tegen hem
Nina kijkt uit naar vrijdag, de dag waarop ze met Daniël kan afspreken.
Vorige week: Na de lunch met haar stiefdochter, duikt Daniël opeens voor Nina op. Hij vertelt haar dat hij haar vreselijk mist.
Donderdag
Sinds zaterdag is de hemel opengebroken. Zelfs op mijn werk voel ik me lichter. Het kost me moeite niet continu te glimlachen. Als een speer sjees ik door mijn mails, het artikel dat ik tik is in één keer raak en met mijn collega Caro krijg ik steeds de slappe lach om niets. Tegen vijven pak ik voldaan mijn tas in.
Onderweg naar huis heb ik alle stoplichten mee. De radio staat hard en ik tokkel uitbundig mee op het stuur. Op onze oprit check ik WhatsApp nog even. ‘Nog maar twintig uur,’ lees ik. ‘Ik kan niet wachten,’ schrijf ik terug, gevolgd door een reeks hartjes.
Verliefd
Sinds Daniël dit weekend naast me opdook in een lunchroom, en me vertelde dat hij verliefd op me is, stuiter ik door de dagen. ‘Overmacht,’ zo noemt Daniël onze affaire, en zo is het. Verzetten heeft geen zin, dat hebben we afgelopen maand wel gemerkt.
De ochtend na onze ontmoeting werd ik voor het eerst in lange tijd wakker zonder dat loodzware gevoel op mijn borst. En maandagavond ging ik eindelijk weer eens naar de atletiekclub. Daniël gedroeg zich heel normaal, natuurlijk, ik ook. Maar elk zinderend moment van stiekem oogcontact fluisterde: ‘vrijdag, vrijdag.’
Vrijdag: mijn vrije dag, ook Daniël hoeft ’s middags niet te werken en zijn kinderen zijn er niet. Ook bij mij thuis is iedereen weg. Niemand die me mist als ik naar Daniël toega, niemand die ik hoef voor te liegen. Geen gekonkel, geen leugens; ik doe dus niemand kwaad. Vrijdag, vrij-dag. Mijn lijf tintelt van voorpret.
Schuldgevoel
Ik trek onze achterdeur open en doe mijn jas uit. Een heerlijke currygeur komt me tegemoet. Thijs staat te koken. Ik ga achter hem staan en sla mijn armen om zijn middel. Ik snuif zijn vertrouwde geur op en geeft hem een plagerig kusje in zijn hals; ik weet dat dat kriebelt bij hem. Lachend duwt hij me weg, draait zich om en geeft me een zoen. Heel even wordt mijn keel dichtgesnoerd door schuldgevoel. Dit is mijn echtgenoot, hij kookt voor mij, voor ons gezin, hij zou eens moeten weten. Snel schud ik het van me af, als een hond de druppels na een regenbui. Want Thijs weet het niet, hij komt het never nooit te weten, en trouwens, ook híj heeft er voordeel bij dat ik naar Daniël ga. De afgelopen week was ik veel liever tegen hem, veel gezelliger. Een stuk leuker dan die chagrijnige vrouw die ik afgelopen maand was, die continu iets te foeteren had.
“Er is toch wel méér hè,” zegt Kaj met grote ogen, als we aan tafel zitten, nog voor hij een eerst hap heeft genomen. Ook Ruben valt met smaak aan. Hij lijkt gelukkig steeds meer over Sam heen. Ik ben opgelucht dat dat gedoe voorbij is, hij was toch veel te jong om serieus verkering te hebben.
Tussen twee en vijf
Nadat ik de afwasmachine heb ingeruimd, schiet ik de trap op. Nog achttien uur en tien minuten. In de badkamer draai ik de kraan van het bad open en zoek een scheermesje. In de beslotenheid van mijn eigen ruimte wil ik me uitgebreid gaan scheren en alvast het setje van zwart kant passen dat ik gisteren in mijn lunchpauze kocht.
Ik ben bijna uitgekleed als ik als ik Thijs van beneden roepen. In mijn slipje loop ik de overloop op en steek mijn hoofd door het trapgat. “Wat zei je?” “Jij bent morgen gewoon thuis hè?” roept Thijs. “De loodgieter belde, hij had nog een gaatje. Hij komt tussen twee en vijf.”
Volgende week: stelt Daniël Nina een confronterende vraag.
Over Nina
Nina (51), redactiemedewerker, woont samen met Thijs (53), stiefdochter Evi (24), zonen Ruben (16) en Kaj (13) en hun cyperse kater Harrie (2). Ze is nog altijd dol op Thijs. Toch wordt ze verliefd op iemand anders. En dat zet haar leven op scherp.