PREMIUM
‘Ik zag zo veel kinderen met een knuffel of een poes in hun armen, die met die bange ogen naar hun mama keken’
We voelen ons betrokken bij de ouders en kinderen in Oekraïne. Waarom hadden we dat minder bij de vluchtelingen uit Syrië en Afghanistan, vraagt Annette zich af.
“Als ze iets hoort of ziet over de oorlog raakt ze in paniek,” zegt de moeder. Het kleine meisje houdt haar handjes over haar oren en kijkt uit grote, angstige ogen. “Maar hoe kun je al die beelden in het nieuws bij haar weghouden?” vraagt de moeder en trekt haar dochtertje tegen zich aan. “De oorlog is overal.” Ik zeg tegen haar dat het allemaal goed komt, maar ik weet niet of dat waar is. Dat de oorlog wordt uitgevochten door grote mensen die dat waarschijnlijk ook niet willen en die vast ook bang zijn, maar die de oorlog worden ingestuurd door machtige mannen met het idee dat dit ergens goed voor is.
Kinderen en oorlog
Het ergst is de oorlog voor kinderen en voor ouders die hun kinderen moeten beschermen en troosten.
De Nederlandse moeder kan haar dochtertje geruststellen in een land waar de huizen niet in puin liggen. Om dit kind heen is alles nog vertrouwd. Erger zijn de beelden van huilende kinderen en moeders in de stukgeschoten steden van Oekraïne of op de vlucht naar een land dat ze niet kennen. Ook die kinderen kruipen weg bij hun moeder. Papa heeft al afscheid genomen omdat hij blijft om te vechten. Voor zijn land, voor zijn kinderen, voor hun vrijheid, zegt hij, maar leg dat zo’n kind maar eens uit.
Ik zag een vader met een jongetje op zijn arm, dat woedend op de soldatenhelm van papa timmerde. Hij wilde niet zonder papa. Zo veel kinderen zag ik met een knuffel of een poes in hun armen, die met die bange ogen naar hun mama keken. Ik zag de moeders die overeind bleven omdat ze wel moesten vanwege hun kinderen.
Vragen over betrokkenheid bij vluchtelingen
We hebben allemaal die beelden gezien en daarom willen we helpen. Het is natuurlijk goed dat er geld wordt ingezameld voor de vluchtelingen uit Oekraïne en dat ze welkom zijn in Nederland. Maar het roept ook vragen op. Waarom voelen we ons betrokken bij deze mensen en waren vluchtelingen uit Syrië en Afghanistan, ook moeders, vaders en kinderen, zo weinig welkom?
Compassie en herkenning
Voor compassie is kennelijk herkenning nodig. De vluchtelingen uit Oekraïne lijken op ons. De kinderen zouden onze kinderen kunnen zijn, de vaders en moeders onze familie. Het zijn mensen met eenzelfde cultuur en achtergrond. Je kunt er met de auto naartoe rijden. De afstand tot vluchtelingen uit Syrië en Afghanistan is letterlijk en figuurlijk groter. De moeders uit Oekraïne doen wat wij ook zouden doen. Ze houden hun bange kinderen vast en beloven dat het goed komt: ‘De oorlog gaat voorbij schat, dan gaan we weer naar huis en komt papa weer bij ons.’ De moeders uit Syrië en Afghanistan doen dat ook, met nog minder zekerheid dat ze hun kind geen sprookje vertellen.
We zijn allemaal moeders.
Over columnist Annette Heffels
Annette Heffels is psycholoog. Ze studeerde pyschologie aan de Rijksuniversiteit van Utrecht en specialiseerde zich als psychotherapeut. Ze is getrouwd en heeft een zoon, twee dochters en een kleinkind. Lees hier alle columns van Annette.