PREMIUM
‘Ik zag dat er stof onder de stoelen lag,’ zegt hij. ‘Wat goed van je,’ zeg ik verwijtend
Het huishouden? Nee hoor, daar hebben wij nooit ruzie over. Wel wrevel gehad ooit, toen we allebei dachten dat we meer deden. Maar toen wij ouder werden en het leven korter werd, zijn we daarmee opgehouden.
We hadden inmiddels een soort taakverdeling. Mijn man doet de tuin, herstelwerkzaamheden in huis, de vuilnisbakken en de administratie. Ik doe meer: ik kook, strijk en maak schoon. Dus raakt de orde der dingen verstoord als ik mijn man hoor stofzuigen, terwijl ik op de bank ontspannen lig te lezen. Afgelopen met mijn rust. Er komen gedachten in mijn toch geëmancipeerde hoofd op, die ik nauwelijks hardop durf uit te spreken. Zoals: ik kan hier toch niet blijven liggen terwijl hij stofzuigt? Want eigenlijk is dat mijn taak. Dus als hij het doet, betekent het dat ik tekortschiet. Slaat nergens op natuurlijk, spreek ik mezelf toe. Juist goed dat hij dat doet. Ik had een drukke week en ben moe. Vandaar die bank en dat boek en zijn stofzuigen.
Schijnheilig
Verstandig gedacht, maar het gevoel werkt niet mee. Ik kan nu net zo goed opstaan, want de bank ligt niet meer lekker. “Ik doe de keuken wel,” roep ik.“Waarom?” vraagt hij. “Zo meteen doe ik de keuken, maar ik wil eerst in de woonkamer de stoelen van hun plaats halen, want ik zag dat daar stof onder lag. Kijk maar.”“Wat goed van je,” zeg ik verwijtend en voeg er schijnheilig aan toe: “Fijn dat jij dat ziet en doet.”“Ja, het is echt nodig om af en toe die verborgen plekken mee te nemen,” vindt hij, tevreden met zichzelf. Dat heeft de man, niet alleen de mijne: als mannen iets huishoudelijks doen, delen ze dat mee en adviseren jou wat jij voortaan beter, handiger en sneller kunt doen. Meer zoals zij. Alsof jij het niet al jaren doet, anders misschien, maar wel week in week uit.
Vrouwenwerk
Vervolgens kom ik dus toch maar overeind.“Dan ga ik nu de keukenkastjes afnemen en de badkamer en de wc,” zeg ik, en begin verongelijkt allesreiniger rond te spuiten. Intussen mopper ik boven zijn stofzuiger uit dat een week zo om is en dat ik net heb schoon-gemaakt en dan moet ik alweer. Ik weet niet of hij me hoort. Zal wel niet. Waarom kan hij het wel, denk ik, tijdens het schoonboenen van het aanrecht. Als ik schoonmaak en hij lekker iets anders zit te doen, voelt hij zich echt niet gedwongen om mee te gaan poetsen. Terwijl ik toch geëmancipeerd was en hij ook, min of meer, zit bij mij, diep vanbinnen, een vrouw die vindt dat poetsen geen mannenwerk is. Of dat misschien nog wel, maar dat intussen op de bank liggen lezen in elk geval geen vrouwenwerk is.
Over columnist Annette Heffels
Annette Heffels is klinisch psycholoog. Ze is getrouwd met Han, heeft twee dochters en een zoon, twee kleinkinderen en een pleegkleinkind. Lees hier alle columns van Annette