Zó veel salaris krijgen koning Willem-Alexander en koningin Máxima
Op Prinsjesdag is de begroting voor volgend jaar bekendgemaakt, en dat betekent dat we ook een inkijkje krijgen in wat koning Willem-Alexander en koningin Máxima in 2022 aan salaris krijgen.
En we kunnen wel stellen: dat is niet niks.
Het salaris van de koning
De koning krijgt een uitkering van de staat, dat is vastgelegd in de grondwet. Maar niet alleen de koning krijgt dat, ook zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en echtgenote. Concreet houdt dat in dat op dit moment koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Beatrix een uitkering krijgen. Vanaf 7 december dit jaar, op haar achttiende verjaardag, ontvangt ook prinses Amalia een uitkering.
In één jaar
Wat zij aan salaris krijgen bestaat uit een inkomensdeel en een deel voor materiële uitgaven. Voor de genoemde mensen is het inkomensdeel het komende jaar dit bedrag:
- Koning Willem-Alexander: 1 miljoen euro
- Koningin Máxima: 400.000 euro
- Prinses Beatrix: 600.000 euro
- Amalia, Prinses van Oranje: 300.000 euro
Terugstorten
Amalia heeft echter al besloten dat ze tot het einde van haar studie dit salaris zal terugstorten naar de staat. Ook het deel voor de materiële uitgaven, de onkostenvergoeding van maar liefst 1,4 miljoen euro, stort ze terug, zolang ze geen hoge kosten heeft in haar functie als Prinses van Oranje. Ze liet in een brief aan Mark Rutte weten dat ze het “ongemakkelijk vindt, zolang zij daar weinig als tegenprestatie tegenover kan stellen en andere studenten het zo veel moeilijker hebben. Zeker in deze onzekere coronatijd.”
Er is regelmatig kritiek op de financiën van het koningshuis. Niet alleen over de toelage van Amalia, maar recent ook over kroondomein Het Loo, waar de koning jaarlijks een flinke som geld voor ontvangt. Voor andere subsidieontvangers geldt dat ze een terrein minstens 358 dagen per jaar moeten openstellen voor publiek, maar de koning doet dat niet met het kroondomein. Vanaf 2022 komt daar echter verandering in.
Lees ook: Dít mag koning Willem-Alexander vanaf 2022 niet meer doen
Bron | Koninklijk Huis
Beeld | ANP