PREMIUM
Seksuoloog over seksuele voorlichting: ‘Seksualiteit werd vroeger neergezet als een angstig fenomeen’
Van 20 tot 24 maart 2023 is het de Week van de Lentekriebels. Deelnemende basisscholen geven een week lang les over weerbaarheid, relaties en seksualiteit. Hoe zat het vroeger met seksuele voorlichting? En wat zijn de verschillen met nu? Medeoprichter van de Week van de Lentekriebels, seksuoloog en psycholoog Sanderijn van der Doef legt het uit.
“In de jaren zeventig werd er heel open gesproken over seksualiteit. Dit komt omdat er eind jaren zestig een seksuele revolutie plaatsvond. Jonge kinderen kregen boekjes op school waarin heel expliciete blote foto’s stonden. In deze tijd zou dat niet meer gebruikt mogen worden, maar toen was dat geen probleem. Er was geen schaamte en er waren geen schuldgevoelens. Seksuele voorlichting was iets waar open over gesproken kon worden,” legt Sanderijn uit.
Aidsepidemie
Toch veranderde dit beeld eind jaren tachtig. “In deze periode trok de aidsepidemie de wereld over. Ik werkte op de universiteit en deed onderzoek naar hoe het gesteld was met de voorlichting over aids op middelbare scholen, maar met weinig resultaat. De scholen wilden weinig vertellen,” legt ze uit. “Het advies van het rapport was daarom dat er meer moest gebeuren wat betreft de voorlichting over aids op middelbare scholen. Op basisscholen werd er helemaal niks gedaan met seksuele voorlichting. Toen ik bij Rutgers begon, het expertisecentrum seksualiteit dat zich inzet voor seksuele gezondheid en rechten voor iedereen, werd het daarom mijn taak om een lespakket samen te stellen, waarmee seksuele voorlichting in het basisonderwijs kon worden gepromoot. Zo werd ik uiteindelijk in 2004 een van de oprichters van de Week van de Lentekriebels.”
Seksueel misbruik
Naast de aidsepidemie was er nog een gebeurtenis die de toon van seksuele voorlichting heeft veranderd. Er kwam een proefschrift uit over hoe vaak seksueel misbruik voorkwam in Nederland: maar liefst één op de drie vrouwen overkwam dit. Sanderijn: “Bij veel vrouwen had seksuele intimidatie al plaatsgevonden tijdens de kinderjaren. Dit was een grote shock en het nieuws kwam op de voorpagina van alle landelijke kranten. De aidsedpidemie en het proefschrift zijn daarom belangrijke gebeurtenissen geweest voor de toon van de seksuele voorlichting vanaf dat moment. Ik heb mij daar altijd tegen verzet. Seksualiteit werd neergezet als een angstig fenomeen. Je kunt aids krijgen van seks en je moet leren hoe je jezelf kunt beschermen tegen seksueel misbruik. De voorlichting werd daardoor heel waarschuwend en preventief.”
Tijd van nu
“Sinds een paar jaar is de toon van de seksuele voorlichting veranderd en dat is wat veel mensen tegen de borst stuit,” aldus Sanderijn. “De seksuele voorlichting begint nu met een positieve insteek. De bedoeling is dat je plezier hebt in seks als je eraan toe bent. Je gaat ervan genieten,” legt ze uit. Het thema voor de Week van de Lentekriebels 2023 is: ‘Wat vind ik fijn?’. Het gaat hierbij om positieve seksuele vorming. “Veel ouders schrikken van deze uitspraak. Waarom leg je dit uit aan je kind van vier of vijf jaar oud? Ik sta er helemaal achter dat de positeve toon belangrijk is. Dit betekent niet dat je niks meer zegt over de negatieve kanten en dat je de kinderen niet meer waarschuwt, maar je begint de voorlichting er niet mee.”
Sanderijn mist die uitleg op dit moment ook in de kritiek van ouders over het thema van dit jaar en de positieve toon die wordt gebruikt. “De inhoud is nog precies hetzelfde, maar we draaien de volgorde om. De programma’s door Rutgers zijn met grote zorg samengesteld. Er zijn leraren, ouders en zelfs kinderen gesproken over welke onderwerpen zij belangrijk vinden. Verder hebben er ook experts naar gekeken over wat je wel en niet op welke leeftijd kunt vertellen. De goede research en moeite die erin is gestoken, dat is wat veel ouders niet weten.” Ouders moeten volgens Van der Doef daarom beseffen dat alleen de negatieve kanten belichten van seksualiteit niet goed is voor het beeld ervan. “Het kan daardoor zo negatief worden dat kinderen misschien helemaal niks meer met seksualiteit te maken willen hebben. Vandaar dat er voor deze toon en vorm is gekozen.”