PREMIUM
Qua beste vriend-zijn was Bremton de beste kat die ik me maar kon wensen
Aaf en haar gezin moesten afscheid nemen van Bremton, de lieve kat die al zo'n dertien jaar bij hen woonde.
Wally kwam, het ruwharige hondje, teckeltje, nieuwe gezinslid waarover ik vorige week schreef.
En Bremton dreigde ongeveer precies tegelijk te gaan.
Bremton, onze kat van dertien jaar, was altijd in blakende gezondheid geweest, tenminste, hij had wat overgewicht van de natte brokjes die hij zo lustig at, hij miste wat tanden omdat een dierenarts ooit had gezegd dat hij hoofdpijn had van een tandeninfectie, en er was dat natte oogje dat hij al vanaf zijn geboorte had, maar dat stoorde hem niet, was ons verzekerd.
Beste vriend
Bremton was dus oké. Qua gezondheid. En qua beste vriend-zijn was hij de beste kat die ik me maar kon wensen. Streek ik ’s avonds neer op de bank, dan streek hij op mij neer. Zat ik te typen, dan kwam hij er gezellig bij zitten op tafel. Was ik aan het koken, dan cirkelde hij rond in de keuken. Ging ik douchen, dan zag hij dat als zijn cue om bij de kraan in de badkamer te wachten tot hij eruit kon drinken: stromend water was zijn favoriet.
Ook van de oppas die in de vakantie op planten en poezen paste, kregen we alleen maar vijfsterrenrecensies. De leukste kat die ze ooit had ontmoet, ik keek er niet van op, maar was er altijd wel trots op dat ik dus de leukste kat ooit had. Was helemaal niet mijn verdienste, maar toch. Bremton was gewoon uit een goed nest gekomen – ooit als kitten in het asiel beland met vijf broertjes en zusjes, gevonden in de Bremstraat in Amsterdam-Noord. En nu al dertien jaar bij ons, langer dan het hele leven van Ben en Rif tot nu.
Kanker
En toen appte de oppas dat hij amper nog at. En zich terugtrok. Lang verhaal kort, zoals het vaak gaat met katten: hij bleek kanker te hebben, niet zo’n beetje ook, en lang verhaal kort was echt lang verhaal kort: de boel bleek al haast afgelopen toen we het nieuwtje van zijn ziekte binnenkregen.
Dus daar zaten we, een paar weken na de ontdekking van Bremtons ziekte, in een speciaal daarvoor stemmig ingericht overlijdenskamertje bij de dierenarts. Er waren kleine potjes neergezet waar je wat haar van je dier in kon doen. Er waren kaarsenhouders, en lage stoelen om in te zitten. In een zo’n stoel zat ik, en op mij lag, zoals altijd, Bremton. Eerst nog levend – amper, dat wel –, en na het spuitje dood. Gijs, Ben en Rifka stonden huilend om ons heen en ik huilde mee.
Bremton voelde nog warm, veel lichter dan voorheen, maar toch nog als die heerlijke, troostende, gelukkigmakende aanwezigheid die hij altijd was geweest. Zolang een poes warm is, is hij nog een poes, dacht ik.
Aaf ontmoeten op Margriet Winterfair? Kijk snel op margrietwinterfair.nl.
Over columnist Aaf Brandt Corstius
Aaf Brandt Corstius is schrijfster, getrouwd met Gijs Groenteman en moeder van Benjamin en Rifka. Lees hier alle columns van Aaf.