PREMIUM
Er is niets fijner dan twintig keer opdrukken met zicht op bomen en een vaag zonnetje. Ja, dat had ik ook nooit gedacht
Buitensporten in weer en wind en daarna nagloeien. Aaf houdt ervan, en daar is ze zelf ook wel een beetje verbaasd over.
Elke maandagochtend sport ik met een groepje in de buitenlucht en dat hele gebeuren begint natuurlijk steeds kouder te worden. Veel mensen verklaren me voor gek dat ik er in de winter mee doorga. Mijn schoonmaakster is de eerste in de rij van die mensen. Zij maakt op mijn sportmoment ons huis schoon, dus ze ziet me altijd met rode konen en een zwaar bemodderde legging weer thuiskomen. (Die legging gooi ik gauw in de was, zodat deze efficiënte samenkomst van sporten en schoonmaken elkaar niet in de weg zit.)
Voor haar is het, denk ik, het toppunt van mal dat je, vrijwillig, in de ochtend, in de kou gaat sporten. Maar voor mij is het toch echt wel het toppunt van fijn.
Nagloei
Want: de afterglow. De nagloei, om er maar even een leuk Nederlands woord voor te verzinnen. Die is zeer aanwezig. Iedereen die ooit in de kou tegen de wind in heeft gefietst, weet: niks lekkerders dan daarna thuiskomen, waar de kachel brandt, een dekentje klaarligt, en droge kleren, en een kop hete thee zich hopelijk ook snel aandient.
Die nagloei geldt dus ook voor mij: thuis is het douchen, boterhammen roosteren en dan kan een zeer vroege lunch beginnen.
Wat me opvalt aan het buiten sporten, is dat het eigenlijk best vaak lekker weer is. Soms begint de ochtend met een weeralarm van onze sportjuf, per app; dat het hard gaan regenen en dat we dus onder het afdakje van de plaatselijke voetbalclub afspreken. Daaronder kun je prima gewichten optillen of planken op een matje. Maar algauw trekt de regen bijna elke keer toch weg en kunnen we vrijelijk rondjes rennen op het kunstgras van het sportveld.
Coronagewoontes
Ik ben in de coronatijd begonnen met dat buiten sporten en hoewel ik veel van mijn coronagewoontes weer kwijt ben (eindeloos wandelen en podcasts luisteren is op een iets lager pitje gezet, net als, en daar ben ik wel blij om, om zeven uur al de pyjama aantrekken), is buiten sporten het voornaamste dat ik erin heb gehouden, en dat er ook niet meer uitgaat. In die tijd moest het, omdat elke overdekte sportschool dicht was. Nu wil ik het, omdat er niets fijners is dan twintig keer opdrukken met zicht op bomen, een vaag zonnetje dat door de wolken schijnt en met knalrode konen, op een matje, op de koude wintergrond. Ja, dat had ik ook nooit gedacht.
Over columnist Aaf Brandt Corstius
Aaf Brandt Corstius is schrijfster, getrouwd met Gijs Groenteman en moeder van Benjamin en Rifka. Lees hier alle columns van Aaf.