PREMIUM
De pensionado’s hielden de jonge studenten enorm op met hun vragen en meningen
Een studie volgen als je allang geen achttien meer bent. Een vriend van Aaf doet dat. En zijn verhalen maken haar nogal enthousiast.
Een vriend van me, even oud als ik, is begonnen met een studie. In de jaren negentig studeerden we allebei als jonge, frisse types, en nu is hij opnieuw begonnen, met iets heel anders. In een café zien we elkaar, en onder heel veel koffie vertelt hij over studiepunten en Zoom-meetings en leerzame uitjes met andere studenten die, net als hij, later in hun carrière weer in de collegebanken zijn gaan zitten, of op latere leeftijd sowieso pas een studie konden gaan doen. Allemaal types van onze leeftijd, die al lopende loopbanen hebben, vaak gezinnen, en toch de tijd en vooral de energie opbrengen om Iets Heel Nieuws te gaan leren.
Ik luister ernaar en moet lachen als hij vertelt dat hij ineens een heleboel vakken niet meer hoefde te volgen omdat hij die in zijn vorige leven als student al bleek te hebben gedaan, en dus alle punten ineens als een soort droomvondst al binnen bleek te hebben.
Even rauzen en dóór
Ik heb al heel lang niet meer gedacht aan ‘punten binnen hebben’.
Ik denk terug aan de ‘oudere’ studenten die vroeger bij mij in de collegebanken zaten. Toen had je nog niet zo veel vormen van onderwijs – Zoom bestond niet en de meeste studies kon je niet in de avond volgen, dus de tieners die net van school kwamen en de mensen die door hun pensioen eindelijk tijd hadden om iets als Noors of kunstgeschiedenis te gaan leren, zaten door elkaar.
En dat was niet per se een goede combinatie. ‘Eindelijk de tijd hebben’ stond nogal schril tegenover als een gek, als achttienjarige, al je puntjes binnenharken. De pensionado’s hielden de jonge studenten enorm op met hun geïnteresseerde vragen en meningen. Steeds gingen die vingers weer omhoog, terwijl wij, de jonge types, gewoon even door het hoorcollege heen wilden rauzen, en dan naar huis, naar baantjes, de bieb of een café.
Lastige vraag
Maar nu is dat dus niet meer zo. De ouderen, waartoe ik zelf behoor, mogen hun studies vaak parttime of twee keer zo langzaam doen, of juist in een soort sneltreinvaart, en zitten, en dat is gunstiger voor alle betrokkenen, in eigen groepen.
En zo werd alles ineens aantrekkelijk, en leuk, en spannend, en wilde ik het natuurlijk ook.
De vraag is: wat gá ik dan studeren?
Sommige dingen worden duidelijker met het ouder worden, maar deze vraag vind ik bijna nog net zo lastig als toen ik hem als achttienjarige moest beantwoorden, en zomaar Vertaalwetenschap ging doen. Een studie waar ik daarna nooit meer wat mee gedaan heb.
Over columnist Aaf Brandt Corstius
Aaf Brandt Corstius is schrijfster, getrouwd met Gijs Groenteman en moeder van Benjamin en Rifka. Lees hier alle columns van Aaf.
Dit artikel komt uit het Digitale Magazine van Margriet. Benieuwd wat er nog meer in staat? Klik hier.